Terug naaar Tijdmachine

1870

De honderd-leerlingenkwestie in Rijen - deel II (zie ook 1860)

In 1870 vond de gemeenteraad het niet nodig om nog een nieuwe hulponderwijzer aan te stellen. De plaatselijke schoolcommissie probeerde het aantal leerlingen beneden de honderd te houden, door kinderen van de Haansberg naar Gilze te laten gaan. Schoolmeester Doorakkers werd per leerling betaald en begon vermoedelijk kinderen beneden de zes jaar toe te laten. De ouders waren niet tevreden; Doorakkers stond iedere dag voor een groep van zo’n honderd kinderen, enigszins geholpen door een jonge kwekeling van 12 à 15 jaar. In 1873 verzochten ze de gemeenteraad in een ‘Adres van ingezetenen’ om een hulponderwijzer aan te stellen. Maar de werving door de gemeenteraad leverde niets op. De kwestie werd in 1874 zelfs aangekaart in de Nieuwe Rotterdamsche Courant en de Bredasche Courant.
De nieuwe onderwijswet van 1878 maakte dat er voortaan al bij meer dan dertig leerlingen een hulponderwijzer moest komen. Pas in 1881, met de komst van de zusters Franciscanessen en hun bewaarschool, lukte het de gemeente om in Rijen enigszins aan deze voorwaarde te voldoen.