Direct bij het begin van de Tweede Wereldoorlog zagen de Duitse bezetters het belang in van het vliegveld bij Gilze. Zij gingen er intensief gebruik van maken en daardoor ontstond al snel de behoefte aan administratie- en woonruimte voor de Duitse militairen. In de bossen tussen Gilze en Chaam bouwden ze daarom Kamp Prinsenbosch, een vijftigtal panden, verschillend van omvang en functie (legeringsgebouwen, kantoren, garages, een badhuis, kapel, magazijnen). De panden werden in 1941 gebouwd als een imitatie van de Duitse ambachtelijk traditionele bouwtrant. Alle gebouwen kregen een landelijk uiterlijk om te camoufleren dat het om militairen gebouwen ging.
De gevels zijn uitgevoerd in schoon metselwerk, alle panden hebben een schild- of zadeldak en in de lange gevels zijn dakkapellen aangebracht. De grootte, de kapvorm, de plaats van de ingang en het aantal dakkapellen kunnen per gebouw verschillen, maar de grondvorm en het oppervlakkige uiterlijk zijn bij alle gebouwen hetzelfde.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft Defensie Kamp Prinsenbosch lang als militair complex gebruikt. Sinds 1993 is er een Asielzoekerscentrum gevestigd.
Kamp Prinsenbosch is één van de 26 rijksmonumenten in de gemeente Gilze en Rijen.