Terug naaar Tijdmachine

1660

Bierbrouwerij De Sleutel, Gilze

De wijk rondom de kerk in Gilze had rond 1660 de naam Kerkstraat. In het gedeelte waar nu een supermarkt in de Raadhuisstraat ligt, lag in 1660 de brouwerij van Damis Jansz Meermans. Dat was een coopbrouwerij, dus hij leverde ook bier aan andere herbergen. Er waren in die tijd ook huisbrouwerijen die alleen voor verkoop in eigen herberg brouwden.
In 1698 volgde Peeter Princen hem op. Bij de brouwerij lag een boerderij met herberg, waar regelmatig militairen bier kregen. De schepenen gaven daarvoor opdracht en betaalden de rekening. Het was een grote herberg blijkt uit de accijns die Peeter Princen moest betalen. En na zijn dood in 1736 werd hij in de kerk in Gilze begraven. Dat was in die tijd een teken van welstand. Nicolaas van den Corput werd de nieuwe eigenaar, maar zijn kinderen runden de herberg en brouwerij. Van den Corput was ook ‘clercq’, hij deed het schrijfwerk voor de secretaris van de schepenbank. Na zijn overlijden werd zoon Arnoldus de nieuwe brouwer en diens vrouw, Elisabeth Anssems, de nieuwe herbergierster. Na het overlijden van Arnoldus in 1766 kwam diens broer Ferdinant als brouwer in de boerderij-herberg wonen en werkte daar nog even samen met Elisabeth. Toen zij hertrouwde met Jan Baptist Brouwers verhuisde ze voor enige jaren naar Goirle. Maar in 1774 kwam ze samen met haar man Jan Baptist en hun kinderen weer terug naar de boerderij-herberg met brouwerij in de Kerkstraat in Gilze. Voor de brouwerij was het inmiddels niet meer zo’n goede tijd. Na het overlijden van Jan Baptist werd Adriaan de nieuwe eigenaar. De herberg kreeg de naam ‘In den gekroonde sleutel’, de brouwerij kreeg als naam’ De Sleutel’. Ook zijn zonen kozen voor het vak van brouwer; één zoon vertrok naar het Brouwershuis in Rijen, twee andere namen het bedrijf in Gilze over. Later nam een neef het hele bedrijf in Gilze over. Er kwam een bierkelder en een ijs- en koelmachine. Hier profiteerden ze niet alleen zelf van, maar ook andere herbergen en slagers kochten het ijs. In 1932 kreeg Brouwers een vergunning om een limonadefabriek te beginnen waar zogenaamde priklimonade werd gemaakt. Het jaar daarna werd de boerderij vervangen door een villa. In 1954 stopten de toenmalige eigenaren, Thom en Jantje Brouwers, met de brouwerij. Het bier kwam voortaan van brouwerij De Drie hoefijzers uit Breda. Limonade bleven ze wel maken onder de naam Capitano. Het bedrijf werd omgezet in een drankhandel met slijterij. Dit stopte in 1992.
De brouwerij en de drankhandel werden in 2003 gesloopt om de bouw van een supermarkt te kunnen realiseren.