Onder Pius IX had de Pauselijke Staat in Italië een eigen leger, de 'Zoeaven van de Paus'. Zijn staat was indertijd veel groter dan het Vaticaanstad van nu. Toen in 1867 Italiaanse nationalisten de Kerkelijke staat bedreigden, was dat leger niet sterk genoeg en riep Pius IX de katholieke wereld op jonge, ongehuwde mannen te sturen om de verwoesting van Rome te voorkomen. Twee inwoners uit onze gemeente deden dat: Hendrik Koks uit Gilze in 1868 en Adriaan van Enschot uit Hulten in 1870.
Adriaan van Enschot was geboren in Hulten op 28 maart 1837 en diende in het bataljon van de zoeaven onder legernummer 10604. Hij verhuisde naar Dongen; daar werd hij op 30 april 1873 uitgeschreven, omdat hij naar Amerika vertrok. Van Enschot overleed op 3 november 1902 in Providence, Rhode Island, USA.
Met ruim 3.000 vrijwilligers vormden de Nederlanders de grootste groep onder de zoeaven. Het enthousiasme in katholieke kring was hier nog groot, in tegenstelling tot in andere landen. Oudenbosch was in de jaren 1864-1870 voor Nederland het voornaamste verzamel- en vertrekpunt van de aspirant-zoeaven.