Terug naaar Tijdmachine

1885

Firma Cornelis de Jong, Stoomschoenfabriek Gilze

De zoon van looier Cornelis de Jong, Tiest de Jong, begon in 1885 een schoenmakerij op de zolder van de looierij van zijn vader (nu Akkerstraat 3). Op de zolder kwamen de snijderij en stikkerij. En verder werkte hij met zestien thuiswerkers, die de zogenaamde onderwerken (voor schoenen) voor hem maakten. Het leer kwam gedeeltelijk uit de looierij van zijn vader.
Na het overlijden van zijn vader nam Tiest de looierij over, maar zijn aandacht bleef meer op de schoenmakerij gericht. In 1895 brak hij de stal van de boerderij af en bouwde hier een schoenfabriek. In 1903 stopte hij met de looierij.
Toen de schoenfabriek te klein werd, bouwde hij er een nieuw gedeelte bij; dat was in 1904. De petroleumverlichting verving hij door elektrisch licht; hij wekte de stroom zelf op.
In 1913 breidde hij de fabriek weer uit en in 1920 kwam er een nieuwe hal met kantoorgebouw bij.
Tiest de Jong was ongehuwd en haalde daarom de twee zonen van zijn zus, Kees en Goverts Aarts, in de zaak met de bedoeling hem op te volgen. Tiest overleed in 1928.