Terug naaar Tijdmachine

1816

Ziektes onder het vee

De negentiende eeuw kende veel slechte jaren voor de boeren als het om vee ging. In 1816 kwam de ziekte rot of waterzucht onder schapen voor. De oorzaak was het natte voedsel dat in het najaar gebruikt was en vooral het weiden van schapen op gronden in het Gilse- en Molenschotse Broek, die tijdens de zomer onder water hadden gestaan.
In 1837 was er een longziekte onder het vee en in 1865 heerste de veepest. De gemeente noemde in 1880 in een publicatie alle veeziekten. Dat waren: veepest, longziekten bij runderen, mond- en klauwzeer, ook bij varkens, kwade droes en huidworm bij eenhoevige dieren, dierenschurft bij paarden en schapen, pokken bij schapen, miltvuur bij alle vee en hondsdolheid bij alle vee. Er kwamen wel plaatselijke maatregelen maar die waren niet afdoende.
Met al deze besmettelijke ziektes onder het vee kon het niet uitblijven dat de provinciale overheid met maatregelen kwam.