Terug naaar Tijdmachine

1803

Officiƫle brandweer benoemd

Op 10 augustus 1803 stelden schout en schepenen 24 brandmeesters aan. Twaalf voor Gilze (Jan van Dijk, Jan de Bont, C. Otten, Adr. Brouwers – hoofdbrandmeester, Gerard Haag, Adr. van Groendaal, Cornelis van Bijsterveldt, Antoon van Bijsterveldt, J. Wijstenburg, G. Smans, Antony Blom en Antony van Alphen) en twaalf voor Rijen (Jac. J. van Dongen, Stoffel Houtepen, Corn. A. van Dongen, Nicolaas van den Bleek, Ant. De Zwart, Jan Adr. Van Dongen, Adr. J. van Dongen, Adr. Verheijden, Bartel Biemans, P. de Hoon jr., Gijs de Bruyn en Jan Coenraad).
De brandmeester die als eerste met een ton water bij een brand was ontving vijf gulden. Degene die het eerste met vier paarden bij het brandspuithuisje was ontving een ducaat.
De dag na de aanstelling van de brandmeesters probeerden ze de brandspuit van Gilze uit en kort daarna die in Rijen. De nieuwe brandmeesters werden van tevoren op een vat bier onthaald.
De benoeming was overigens niet geheel vrijwillig: de benoemde personen waren verplicht deze te aanvaarden. Ze waren ook verplicht om de oefeningen bij te wonen. Verschenen ze niet en deden ze niet mee met de oefeningen, dan kregen ze een boete. De brandmeester die zonder excuus bij een brandalarm wegbleef, kreeg zelfs een boete van vijf gulden.